Je ging naar de Veluwe of het drielandenpunt bij Vaals. Dat waren de vakanties in de jaren zeventig. Anderen gingen kamperen in Limburg of naar de camping in Bakkum. Vakantie was jaren terug een stuk simpeler. En kamperen was echt een fenomeen.
Een tent paste op de bagagedrager van de fiets en zo werd met het hele gezin de tocht naar zee aanvaard. Nu moet je weten dat die tenten van vroeger geen lichtgewicht exemplaren waren. En dan moest er ook nog een schare travelbags mee, die toentertijd misschien wel plunjezakken heetten. Alles was loodzwaar en de tocht idem dito.
Campings hadden geen vier of vijf sterren, sanitair was er niet of nauwelijks of in ieder geval niet zoveel en luxe als nu. Toch leek kamperen voor veel gezinnen het ultieme. En menig oudere heeft er nog mooie herinneringen aan. Hoe simpeler, hoe beter, zou je bijna denken.
Kamperen was elitair
Volgens het bekende tv-programma Andere Tijden was kamperen in het begin zelfs een elitaire aangelegenheid. Toen eind negentiende eeuw hotels in Engeland zo vol zaten dat er een tent naast werd gezet voor de gasten, besloten deze laatste soms een eigen tent mee te nemen. Achter op de fiets. Het kamperen was geboren.
In Nederland werd in 1912 de eerste kampeerclub opgericht. Lid waren vooral rijke jonge mannen. De ‘gewone man’ had geen geld voor een kampeeruitrusting, laat staan vrije dagen.
Kamperen werd in de beginjaren als losbandig gezien en het was niet overal toegestaan. Een bewijs van goed gedrag was soms nodig. Kun je het je voorstellen? Sta je daar met je weekendtas en mag je niet uitpakken omdat je dat bewijs niet hebt.
Uiteindelijk is de ontwikkeling niet tegen te houden en ontstaat in Vierhouten op de Veluwe de eerste officiële camping. Het is dan 1925. Een aantal jaren later worden er heuse kampeercursussen georganiseerd door de ANWB. En waren een kampeerpaspoort en een kaart nodig.
Kamperen moest je leren, er waren cursussen
Kamperen moest je leren en dat bleek jarenlang een criterium om überhaupt in een tentje te mogen overnachten. Pas in de jaren vijftig ging het kamperen echt los. Tenten werden goedkoper en de bungalowtent werd populair. De echte kampeerders verfoeiden deze tenten, en is dat niet nog een beetje zo?
Pas in 1974 werd de kampeerkaart en het paspoort afgeschaft. Het kamperen was enorm populair en mensen zochten zelf wel uit hoe ze dat deden.
Tegenwoordig tref je nog altijd de ware kampeerder aan op vooral (natuur)kampeerterreinen. Er is nog altijd onderscheid tussen de die hard kampeerder in de stormtent en de kampeerders in joekels van bungalowtenten. En wat te denken van de campers en caravans die kampeerterreinen vullen.
Nee, het wordt niet minder populair, wel heel anders. Iedereen kan tegenwoordig kamperen en sommige mensen halen er zelfs hun neus voor op. In de kern blijft echter het ultieme kampeer-vakantiegevoel bij velen bestaan: onder een tentdoek bivakkeren, midden in de natuur. Puur kampeergenot!
Leave a Reply